Stel je voor: een grote pollepel, een paar vaatdoeken, een deksel van een kookpot… en een hoop plezier! Dat is de boemlala – een zelfgemaakt slaginstrument dat al jaren de show steelt op dorpsfeesten, braderieën en familiebarbecues.
Hoe werkt het? De “muzikant” bindt een vaatdoek rond z’n knieën, steekt er een pollepel doorheen (met de bolle kant naar de buik), en houdt een deksel als cymbaal voor zich. Dan begint het spektakel: door te zakken en de knieën naar buiten te bewegen, knalt de pollepel met een vrolijke “boem” tegen het deksel. Knieën terug? Klaar voor de volgende slag!
Je komt ‘m vaak tegen op:
- Kermissen – waar de boemlala het ritme aangeeft bij een polonaise tussen de frietkraam en de botsauto’s.
- In bruine kroegen – als de accordeon even pauze neemt, komt de boemlala tot leven.
- Op familiefeesten – waar nonkel Jos z’n ritmisch talent demonstreert tussen de barbecue en de desserttafel.
- Maar ook bij straatoptredens – als ludiek intermezzo bij volksdansgroepen of carnavalsverenigingen.
Kortom: de boemlala is geen instrument, het is een belevenis. Geen notenleer nodig, enkel een beetje lef en een goed gevoel voor humor!